Gigantische funderingen voor Deens offshore windpark Kriegers Flak verlaten haven van Oostende
Om 14u vandaag vertrok de barge met de twee impressionante funderingen voor het Deens windpark Kriegers Flak uit de haven van Oostende. Ze zijn respectievelijk 10.000 ton en 8.000 ton zwaar. Het vertrek van deze funderingen is een belangrijke mijlpaal voor het project.
De barge wordt getrokken door de sleepboot Zeus of Finland en zal in Denemarken aankomen op 15 januari 2018. Afhankelijk van de weersomstandigheden, zal de eerste fundering eind januari worden geplaatst en de tweede enkele weken later. Eens geïnstalleerd worden beide funderingen verzwaard en voorzien van rotsbescherming. Voor deze stenenwerken mobiliseert Jan De Nul Group het multipurpose-schip Adhémar de Saint-Venant.
Over het Kriegers Flak project van Jan De Nul Group en Smulders
Jan De Nul Group en de groep Smulders slaan de handen in elkaar voor de bouw van twee gigantische funderingen voor de hoogspanningsstations van het Deense offshore windpark Kriegers Flak. Ze bestaan uit een betonnen basis (de zogenaamde Gravity Based Foundations, of kort GBF) met daarbovenop een stalen structuur. Jan De Nul Group is verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de betonnen GBF, terwijl Smulders zorgt voor het ontwerp en de fabricage van de stalen buizen en platformen die erbovenop komen.
Jan De Nul Group zal de fundering installeren, ballasten en rondom rond voorzien van stenen ter bescherming.
Over het windpark
Het Deense windpark Kriegers Flak, gelegen in de Baltische zee, zal uit twee delen bestaan.
Het westelijke Kriegers Flak A zal een totale capaciteit hebben van 200 MW. Het oostelijke deel, Kriegers Flak B, zal een totale capaciteit van 400 MW hebben. Elk deel krijgt een eigen hoogspanningsstation (substation). Die zullen dienst voor zowel het windpark zelf en voor de interconnector tussen het Deense en Duitse elektriciteitsnet. Tegen 2022 zal het tot op heden grootste offshore windpark van Denemarken CO2-vrije elektriciteit genereren voor ongeveer 600.000 huishoudens. Dit project wordt gefinancierd door het European Energy Programme for Recovery.