Next-gen schepen plaatsen windturbines van morgen en overmorgen
Dubbelinterview met Sven Cras, Project Manager, en Rutger Standaert, Manager Vessel Construction.
Geschikt voor grootste turbines en funderingen
Hoe slaagt Jan De Nul Group erin om de razendsnelle evolutie van windturbines te volgen?
Sven Cras: “Met een mix van visie, expertise, gezonde financiën en een portie durf. Zo vragen wij geregeld input van onze collega’s in commerciële rollen en volgen we de markt nauwgezet op. Daaruit maken we op hoe de offshore windmolenparken van morgen én overmorgen er zullen uitzien, en welke schepen nodig zijn om die te plaatsen. Daarna moet je een beredeneerde keuze maken, want je investeert eigenlijk in schepen voor een markt die nog in opbouw is.”
Rutger Standaert: “Het duurt zo’n 3 jaar om een installatieschip te bouwen. Kijk je niet vooruit, dan is je schip al gedateerd als het te water wordt gelaten. Maar via een uitgekiend plan kan je op marktevoluties anticiperen. Met Voltaire en Les Alizés plukken we vandaag bijvoorbeeld de vruchten van designkeuzes uit 2019.”
Sven: “We wonnen ook tijd op onze concurrenten. Bij de bouw van Voltaire en Les Alizés hadden we nog geen zekerheid over specifieke projecten, die kwamen pas later. Vaak is het omgekeerd: eerst een project binnenhalen, dan pas bouwen.”
Waarin ligt de grootste meerwaarde van Voltaire en Les Alizés?
Sven: “Samen kunnen ze ’s werelds grootste turbines en funderingen aan. We kunnen klanten dus een totaalpakket aanbieden, want bij overige spelers is het vaak het een of het ander. En dat zal nog even zo zijn. Met beide schepen zitten we zeker goed tot ver voorbij 2030.
De schepen zijn bovendien heel complementair. De stabiele Voltaire is ideaal om in de hoogte te werken, terwijl Les Alizés eenvoudig diepere wateren en moeilijke ondergronden trotseert doordat het schip al drijvend opereert. Kortom: voor elke regio of projectvereiste biedt het duo een oplossing.”
“Met een mix van visie, expertise, gezonde financiën en een portie durf anticipeert Jan De Nul Group op marktontwikkelingen.”
Sven Cras, Project Manager
Op Gode Wind 3 plaatsen we voor de eerste keer een offshore substation, van maar liefst 5 verdiepingen hoog. En met een gewicht van 1.900 ton was dit ook meteen de grootste lift die Jan De Nul Group ooit uitvoerde. Met Les Alizés zijn we vastberaden om onze eigen grenzen te verleggen.
Gode Wind 3
Gezocht en gevonden: vertrouwen in eigen kunnen
De nagelnieuwe schepen zijn intussen aan de slag. Wat onthouden jullie uit 2023?
Rutger: “Voltaire hebben we zelf ontworpen en gebouwd. Dat liet ons toe om de operationele afdelingen intensief bij het ontwerpproces te betrekken. Het gevolg: het schip doet perfect wat het moet doen. We voldoen zo niet enkel aan de vereisten van klanten, maar ook aan die van collega’s. Enkel op die manier is een schip kant-en-klaar voor gebruik. En nu de schepen effectief aan de slag zijn, hebben we onze menselijke capaciteit verder aangescherpt. Het vertrouwen groeit binnen onze teams, die almaar meer op elkaar zijn ingespeeld.”
Sven: “Door grotere schepen beschikbaar te stellen, open je ook nieuwe markten en opportuniteiten. Dat is al sinds de begindagen van Jan De Nul Group een succesvolle strategie. Bouw je bijvoorbeeld een sterkere cutterzuiger, dan kan je hardere ondergronden aan. Hetzelfde voor installatieschepen: dankzij een zwaardere kraan kan je nieuwe technologieën uitwerken. Met dergelijke innovaties zijn we volop bezig.”
“De technische capaciteiten van onze nieuwe schepen zijn al langer gekend, maar in 2023 kwam daar de snel groeiende praktijkexpertise van onze crews bij. En beide factoren zijn nodig om het verschil te maken.”
Rutger Standaert, Manager Vessel Construction
Na afwerking zal Dogger Bank het grootste offshore windmolenpark ter wereld zijn. De omvang van dit project past perfect bij de capaciteiten van Voltaire, een schip dat vlot in waterdieptes tot 80 meter kan werken met een gehesen lading van 16.000 ton.
Dogger Bank A, B en C