Publiek en privaat: een geslaagd huwelijk in de bouw

Het VRT-gebouw, de nieuwe gevangenis in Antwerpen, de A201-verkeerswisselaar, het hoofdkwartier van Defensie en de F-35-infrastructuur: alle zijn ze in (her)opbouw. Maar wat hebben deze overheidsprojecten nog gemeen? Het antwoord: private aannemers nemen almaar meer taken op, van ontwerp tot onderhoud (en soms zelfs uitbating). En het is net in dit soort opdrachten dat de ervaring en expertise van Jan De Nul Group het beste tot zijn recht komt.

Dubbelinterview met Kristien De Vries, PPS Manager en Thomas Tassignon, Projectleider Civiele Werken

Gezocht: helikopteroverzicht

Wat is het verschil tussen publiek-private samenwerkingen (PPS) en klassieke opdrachten?

Thomas: “Bij een klassieke opdracht voer je simpelweg uit wat de opdrachtgever ontwerpt en volg je een opgelegd lastenboek. In PPS-projecten ontwerpt de aannemer zélf, volgens meer high-level geformuleerde eisen. Een voorbeeld: auto’s moeten van punt A naar B kunnen via een brug over weg X. Of: in het gebouw moeten 400 gevangenen verblijven. Met die doelstelling ga je dan aan de slag.

Bij het ontwerp houd je bovendien al sterk rekening met het onderhoud. Want dat moet je doorgaans zelf uitvoeren. Voorzie je als aannemer ook de financiering, dan hangt je periodieke vergoeding zelfs samen met het onderhoud. Je wordt enkel betaald als je gebouw of infrastructuur beschikbaar is én de kwaliteitsdrempels haalt.”

Kristien: “Ook de uitbating kan bij de aannemer zitten. Denk aan beveiliging, schoonmaak of groendiensten. Kortom, bij een klassiek project is Build (B) de enige focus. Bij PPS-projecten komt Design (D) erbij, maar in veel gevallen ook Finance (F), Maintain (M) en Operate (O).

Waarom zijn PPS-projecten in opmars de laatste jaren?

Kristien: “Ontzorging. Zo willen gevangenisbeheerders zich richten op een correcte strafuitvoering en gedetineerden voorbereiden op hun terugkeer naar de samenleving. Al de rest behoort niet tot hun corebusiness. Complexe bouwprojecten, bijvoorbeeld, laten ze liever over aan anderen. En als het kan, dan graag via één contract voor de hele levenscyclus van een project.”

Thomas: “Het gaat in die zin ook over risicoverdeling. Bij PPS-projecten neemt een privaat consortium het voortouw en liggen de risico’s bij de partijen die die risico’s het beste kunnen beheersen. Daar valt veel voor te zeggen. Bovendien mag de opdrachtgever uitgaan van een tijdige oplevering en verzekerde kwaliteit.”

Jan De Nul Group serveert unieke cocktail

Waarom is Jan De Nul Group de ideale partner voor PPS-projecten?

Kristien: “De gecombineerde expertise van onze verschillende afdelingen is een enorme troef. En dan heb ik het zowel over onze technische afdelingen – van sanering tot ecosystemen – als niet-technische afdelingen – van financiën tot juridische zaken. Voor elk PPS-project stellen we een multidisciplinair team samen. Van overal in de organisatie worden mensen betrokken.”

Thomas: “We startten al in 2011 met ons eerste DBFM-infrastructuurproject en in 2014 met ons eerste DBFM-gebouwenproject. We hebben intussen dus veel ervaring in huis. Reken daar onze sterke financiële draagkracht en de kritische mindset van een ingenieursbedrijf bij, en je krijgt een unieke cocktail.”

Hoe vertaalt die kritische mentaliteit zich in de praktijk?

Thomas: “We deinzen er niet voor terug om dingen in vraag te stellen. Hoe kunnen we in een project bijvoorbeeld nóg duurzamer werken met bepaalde materialen of technologieën? Mogen we actief sturen, dan zijn we op ons best. En we gaan daarbij geen enkele uitdaging uit de weg.”

Zijn er ook risico’s verbonden aan PPS-projecten?

Kristien: “Zeker. Dan denk ik vooral aan de kosten om mee te dingen naar een project. Omdat de scope zo uitgebreid is, werken we daar met veel mensen aan. Een opdracht wordt ook pas finaal gegund als alle vergunningen in orde zijn. Naast het voortraject houdt ook elke projectfase – ontwerpen, bouwen, voorfinancieren, onderhouden, uitbaten – eigen risico’s in.”

Thomas: “De integrale benadering van PPS-projecten vereist bredere competenties van onze mensen. Maar daarin zit ook een voordeel. Elk PPS-project is hierdoor een unieke leerschool voor onze medewerkers. De opgebouwde expertise komt weer van pas bij een volgend project. Zo blijven we alle uitdagingen en trends de baas.”