Belreefs: project voor herstel van oesterbanken krijgt groen licht
We kregen officieel groen licht voor Belreefs, een pilootproject waarmee we de verdwenen oesterbanken in de Belgische Noordzee willen herstellen. Tegen het einde van de zomer kunnen we zo de eerste oesters in zee uitzetten.
In opdracht van de dienst Marien Milieu en de FOD Volksgezondheid en samen met onze partners Instituut voor Natuurwetenschappen, Shells & Valves en Mantis Consulting.
Grootschalig oesterherstel
Met Belreefs onderzoeken we hoe we platte oesterriffen in het Belgische deel van de Noordzee kunnen herstellen. Oesterriffen vormen habitats voor andere mariene soorten en zijn daardoor belangrijke ecosystemen. Met het Belreefs-project mikken we op grootschalige restoratie van de ooit talrijke, maar intussen bijna volledig verdwenen oesterbanken in de Noordzee. Daarvoor onderzoeken en implementeren we innovatieve methodes, in samenwerking met de Native Oyster Restoration Alliance (NORA).
Sinds de invoering van de nieuwe wet ter bescherming van het marien milieu in december 2022 is voor natuurherstelprojecten geen vergunning meer nodig, mits een positief advies van de Wetenschappelijke Dienst BMM van het Instituut voor Natuurwetenschappen. Dat advies hebben we nu gekregen, waardoor we het Belreefs-project als eerste natuurherstelproject onder de nieuwe wetgeving kunnen uitvoeren.
Vicky Stratigaki, ingenieur en project coordinator voor Belreefs bij Jan De Nul:
Met Belreefs slaan industrie en wetenschap de handen in elkaar om een oesterrif te creëren dat zichzelf in stand houdt. Zo kunnen we op lange termijn bouwen aan natuurherstel, zonder tussenkomst van de mens.
"We mikken op natuurherstel die op termijn zichzelf in stand houdt, zonder verdere tussenkomst van de mens ."
Innovatieve techniek voor oesterbankherstel
Om de oesterriffen te herstellen, voeren we eerst onderzoek naar locaties met de meest geschikte zeebodem- en omgevingscondities zodat de oesters kunnen overleven en zich voortplanten.
Daarna passen we onder andere de innovatieve remote setting-techniek toe. Bij deze techniek brengen we larven van de platte oester vanuit een kweekcentrum over naar tanks waarin ze zich vestigen op een kunstmatig substraat. Dat substraat is gemaakt van natuurlijke en biologisch afbreekbare materialen, zoals bakstenen en lege oesterschelpen. Wanneer de jonge oesters groot genoeg zijn, plaatsen we het substraat op de zeebodem.
Deze methode maakt op lange termijn grootschalig natuurherstel mogelijk. De eerste tests van de techniek leverden veelbelovende resultaten op. De komende maanden blijven we experimenteren met de opstelling, met als doel de oesters uit te zetten in zee tegen de zomer.
Duurzaam en milieuvriendelijk systeem
Bij de experimenten maakten we gebruik van een Recirculating Aquaculture System (RAS). Dit is een gesloten waterkringloopsysteem dat ideaal is voor de grootschalige kweek van oesterlarven in een veilige en milieuvriendelijke omgeving. Het systeem voorkomt besmetting met parasieten, en bespaart water en energie.