Het project maakte deel uit van het ‘Channel Risk and Optimisation Project’ (CROP) en omvatte het wegbaggeren van hoger gelegen delen in het kanaal, maar ook de aanleg van twee uitwijkzones en een noodinhaalstrook langs de buitenzijde van de vaargeul. Door de strikte milieuvoorwaarden en operationele beperkingen in deze drukke zone van Port Hedland paste Jan De Nul Group de uitvoeringsmethodes aan. Om de veilige toegang tot de haven en haar ligplaatsen te verzekeren, werd de cutterzuiger Niccoló Macchiavelli in laadmodus ingezet, geassisteerd door twee splijtbakken. De baggerschepen kregen aangepaste tools om te voldoen aan de planning en de strikte operationele en milieuvoorwaarden. De sleephopperzuiger Charles Darwin werd uitgerust met een uiterst functionele ripper sleepkop, die intern ontworpen werd. De hopper Juan Sebastián de Elcano kreeg een cutter sleepkop om in specifieke zones binnen het baggergebied zo flexibel en kosten-/prijsefficiënt mogelijk te werken. Ook die sleepkop werd intern ontworpen.