Een nieuwe generatie schepen
Wat betekenen Voltaire en Les Alizés voor de toekomst van de offshore windsector?
Jan: “De offshore windindustrie is in Europa al een aantal jaren snel aan het evolueren. Door een enorme schaalvergroting zijn de huidige installatie- schepen niet meer in staat om de nieuwste componenten te installeren. Als eerste aannemer ter wereld bestelde Jan De Nul daarom een nieuwe generatie van deze schepen: het jack-up installatieschip Voltaire en het drijvend installatieschip Les Alizés. Een berekend risico, zowel technisch als commercieel, dat we goed hebben ingeschat. Met de investeringen in Voltaire en Les Alizés tonen we aan onze klanten dat we het menen. We zijn niet tijdelijk actief in de offshore windsector, we investeren in de toekomst!”
“Met deze schepen tonen we aan onze klanten dat we investeren in de toekomst.”
Jan Van de Velde, Hoofd Nieuwbouw
© Frank Bahnmuller (voor Het Belang van Limburg)
Dat vergt dan toch nauw overleg met de sector?
Jan: “Zeker. We leggen geregeld ons oor te luister bij verschillende stakeholders in de offshore windsector. Zij bepalen in grote mate welke ontwikkelingen de komende jaren zullen plaatsvinden. Omgekeerd is het voor hen ook belangrijk om te weten dat onze schepen hun projecten kunnen realiseren. Daarom heeft de Voltaire nu al enkele grote contracten beet, zoals Dogger Bank in de UK, het grootste windmolenpark ter wereld. Ook voor ons drijvend installatieschip Les Alizés zijn de eerste opdrachten al binnengekomen: het zal meewerken aan de windparken Borkum Riffgrund 3 en Godewind 3.”
Overstijgt Jan De Nul hier zijn eigen innovatieve grenzen?
Jan: “We hebben veel ervaring met baggerschepen, maar een jack-up installatieschip hadden we nog nooit zelf gebouwd. En wat voor één dan nog: de Voltaire heeft een kraancapaciteit van meer dan 3.000 ton, het jack-up systeem kan maar liefst 16.000 ton uit het water hijsen. Het was vooral een uitdaging om die poten te integreren in het schip, en daarbij rekening te houden met alle operationele aspecten. Gelukkig hebben we veel geleerd uit de twee jack-ups waarmee we al werkten. Les Alizés heeft een kraancapaciteit van meer dan 5.000 ton. Dit schip werkt voortdurend in een dynamische omgeving en kan drijvend werk verrichten. In die omstandigheden zo’n grote last hijsen, is ongezien in de wereld.”
Hoe duurzaam zijn deze installatieschepen?
Jan: “Beide schepen zijn ontworpen om een minimale impact op het milieu uit te oefenen. Een uit- laatgasbehandelingssysteem en dieselpartikelfilters verlagen drastisch onze uitstoot. Momenteel overschrijden zulke Ultra-Low Emission vessels ruimschoots de regelgeving op zee. Meer zelfs: we komen tegemoet aan de regelgeving voor binnenwateren. Onze ambitie is om te evolueren naar normen die in stadskernen van toepassing zijn. We zijn klaar voor de steeds strengere duurzaamheidseisen.”
Hoe lang werken jullie aan zo’n schip?
Jan: “De eerste tekeningen van de Voltaire dateren al van 2017. Daarna volgde een interne wisselwerking die makkelijk een jaar in beslag nam. In nauwe samenwerking met onze commerciële mensen hebben we nauwkeurig onderzocht wat wij als technische dienst kunnen en wat de sector nodig heeft. De verdere uitwerking vertrouwden we toe aan een kleiner team dat barstte van kennis en ervaring. Met een hecht team hebben ze ervoor gezorgd dat niets aan onze aandacht kon ontsnappen.”
Met welke technische keuzes werden jullie tijdens de bouw van de schepen geconfronteerd?
Jan: “Bij een jack-up installatieschip zoals Voltaire hangt alles heel nauw samen: de sterkte van de kraan, het gewicht van het schip, de sterkte van de poten. Het was onze taak om de ideale balans te vinden waarbij we uit al die factoren het maximale halen. Een aantal keuzes worden bepaald door het beste wat op dat moment op de markt is, zoals het jacking systeem. Daar zit bijvoorbeeld een plaat in van een bepaalde dikte. We hebben gekozen voor de sterkste en beste kwaliteit die wereldwijd beschikbaar was. De belangrijkste keuzes hadden te maken met de schaalvergroting: de grootte van de kraan, de dekgrootte, de operationele diepte en de werkbaarheid. Dat vertaalt zich in zeer strenge ontwerpeisen voor het schip om niet alleen op papier, maar ook in de praktijk alle beloftes waar te maken.
Wat was voor jou de grootste uitdaging bij de bouw van deze twee schepen?
Jan: “De grootste uitdaging op menselijk en technisch vlak was zonder twijfel de pandemie. Het team dat aan deze schepen werkt, heeft ze nog nooit in werkelijkheid gezien. Dat is zeer uitzonderlijk. Normaal zouden we elke maand naar de scheepswerf in China gaan, samen met interne en externe experten. Gelukkig hebben we eigen mensen ter plaatse, die daar telkens enkele maanden blijven. Ook de komende maanden zal dat nog de grootste uitdaging blijven.”
Dit is een fragment uit het activiteitenrapport 2021.